Organisatie voetgangers- en fietsparcours

Organisatie voetgangers- en fietsparcours

Dankzij de hulp van onze verkeersouders en vrijwilligers kunnen de kinderen hun vaardigheden in het verkeer oefenen. Voor nieuwe parcoursbegeleiders is het handig vooraf te weten wat deze begeleiding inhoudt.
Deze informatie geldt voor alle begeleiders.  Vooraf wordt besproken (per mail) bij welk parcours je wenst/kan assisteren. Bij de drukste kruispunten (Branstsedreef en St.-Amandsesteenweg/Bareldreef) is er bijkomende assistentie van de wijkagent.
De helpers komen samen in de eetzaal van de school. Het tijdstip wordt tijdig gecommuniceerd.
De beoordelingsbladen worden uitgedeeld. Voor nieuwe begeleiders wordt de uitleg gegeven over het evalueren en het invullen van het beoordelingsblad.
De leerlingen verkennen vooraf  het parcours in groep.  Dit gebeurt onder begeleiding van de leerkrachten. Tijdens die verkennende wandeling worden alle aandachtspunten met de kinderen besproken.

Voetgangersparcours:

De leerlingen stappen het parcours tweemaal. Tijdens hun eerste ‘doortocht’ mag de begeleider nog aanwijzingen geven.  Er wordt opgelet dat de kinderen bij het oversteken eerst aan de stoeprand stoppen en dan naar links en rechts kijken.  Tijdens het oversteken moeten ze nogmaals links en rechts kijken. De leerlingen stappen per twee.  Ze mogen het voorliggende duo nooit inhalen of te dicht naderen.
De plaats op de weg is ook belangrijk.  Het voorbij stappen van de hindernissen moet op de juiste plaats gebeuren (indien mogelijk aan de kant van de huizen).

Tijdens de tweede beurt wordt apart gestapt.

De te beoordelen items zijn:

–         stappen aan huizenkant
–         stappen, niet lopen, hoofd op
–         aandacht voor het verkeer
–         (om)kijken
–         stoppen aan stoeprand of  kijklijn
–         correct oversteken
–         correct voorbij stappen van hindernissen

Fietsparcours:

De leerlingen fietsen het parcours tweemaal. Tijdens hun eerste ‘doortocht’ mag je nog aanwijzingen geven.  De begeleider let erop dat ze bij het naar links afslaan eerst achteruit kijken, dan hun arm uitsteken, nogmaals achteruit kijken, links en rechts kijken en dan pas het kruispunt oversteken en afslaan met beide handen terug aan het stuur.

Tijdens de tweede fietsbeurt wordt het rijgedrag van onze kinderen geëvalueerd.

De te beoordelen items zijn:

  • fietsvaardigheid
  • plaats op de weg (niet in de goot, noch te ver naar het midden)
  • snelheid
  • het aangeven van de richting
  • het kijken en omkijken
  • het correct oversteken

Er wordt apart gefietst.  De voorliggende fietser mag nooit worden ingehaald.

Evaluatie en beoordeling:

Bij leerlingen die middelmatig of zwak scoren voor een vaardigheid wordt “-“ of “±” in de kolom onder haar/zijn volgnummer genoteerd.  De kinderen dragen een rugnummer zodat ze gemakkelijk herkenbaar zijn.

Na de tweede ronde keren de begeleiders terug naar school.  Enkele geroutineerde verkeersouders vatten daar de resultaten per kind samen op een beoordelingsrapport.  Dit rapport wordt achteraf meegegeven naar huis.  De score komt ook op het rapport van de leerlingen. Hiervoor worden vaste omzettingstabellen gebruikt.