Pestprotest

← terug naar Onze School

INLEIDING

1. Waarom een pestbeleid?

Het pestbeleid van de school is opgericht voor en door kinderen. Een bevraging bij de leerlingen van 4-5-6 in het schooljaar 2014-2015, was de aanleiding om alles eens op een rijtje te zetten.

2. Wat is pesten?

In de literatuur over pesten zijn de meest gebruikte definities gebaseerd op de inzichten van Dan Olweus (1993), een wetenschapper die baanbrekend werk verricht heeft op het vlak van pestgedrag. Daarom een quasi letterlijke vertaling van zijn definitie:

“Een persoon wordt gepest als hij / zij wordt blootgesteld, herhaaldelijk en in de tijd, aan negatieve handelingen van de kant van een of meer andere personen. De negatieve handelingen bestaan erin dat een persoon opzettelijk letsel of ongemak bij een andere persoon toebrengt, door middel van fysiek contact, door middel van woorden of op andere manieren. Merk op dat pesten zowel openlijk als verborgen gedrag betreft. Pesten is een gedragspatroon dat wordt herhaald in de tijd tegen dezelfde perso(o)n(en). Het kenmerkt zich door een onevenwicht van macht en kracht (sterk tegen zwak). Er zijn twee vormen van pesten. Het directe pesten omvat openlijke aanvallen op de gepeste door hem te vernederen, te schelden, te bedreigen, belachelijk te maken, te schoppen, slaan, duwen, opjagen, opsluiten, door het vernielen van spullen, afpersen, enz. Het indirecte pesten betreft sociale isolatie van de gepeste door het verspreiden van geruchten en leugens, het negeren of buitensluiten enz. Deze kenmerken suggereren dat pesten een vorm is van peergroepsmisbruik.”.[i]

Een kind zal snel zeggen dat hij gepest wordt, maar door gerichte vragen te stellen, kan je uitmaken of het om pesten of plagen gaat.
Hier gaan we even dieper op in.

3. Wat is het verschil tussen plagen en pesten ?

Wat is plagen ?
Wanneer kinderen grapjes met elkaar uithalen om plezier te maken en dus niet om te kwetsen, spreken we van plagen. Enkele kenmerken :
– bij plagen is niemand de baas
– plagen gebeurt onder vriendjes die elkaar niet echt pijn willen doen
– ieder om de beurt plaagt de ander wel eens
– niemand voelt zich bang of verdrietig
– wanneer iemand het plagen niet meer leuk vindt, kan die gewoon vragen om te stoppen.
Plagen en pesten liggen soms dicht bij elkaar.
Wat is pesten ?
Wanneer één of meer kinderen een ander kind regelmatig en met opzet pijn doen, uitlachen, uitsluiten of op een andere manier lastigvallen, spreken we van pesten. Enkele kenmerken :
– de pester is duidelijk de baas
– de pester is sterker of ouder
– andere kinderen kijken naar de pester op
– sommige kinderen zijn bang van de pester
– de pester wil iemand anders pijn doen
– de pester stopt niet na de eerste keer
– soms duurt het pesten weken of maanden lang
– het gepeste kind weet niet goed wat hij / zij kan doen
– het gepeste kind voelt zich alleen, verdrietig of bang

ACTIEPLAN

1. Wat als je pesten ziet gebeuren?

Als je pesten niet versterkt (lachen of de pesters aanmoedigen), heb je toch een invloed door niet tussen te komen. Je bent medeplichtig! Je bent verantwoordelijk om direct of indirect op te treden tegen pestgedrag. Wanneer jij reageert in naam van het slachtoffer komt er een einde aan het voorval. Hoe meer je de pester aanmoedigt, hoe vaker het pesten plaatsvindt! Wanneer je het slachtoffer steunt en verdedigt, gebeurt het tegengestelde. Spijtig genoeg maken jullie vaak geen gebruik van je eigen kracht. Misschien voel jij je niet persoonlijk verantwoordelijk en verwacht je dat iemand anders van de klas of van je vrienden actie onderneemt. Want het zal allemaal toch niet zo erg zijn? Probeer al je moed bijeen te rapen en ga in tegen de pester. Of schakel hulp in van juf of meester. Niets doen, kan niet! Wil jij geen hulp als ze jou pesten?

Je wilt erbij horen? Begin niet te pesten, maar ga in tegen de pester! Vraag eens aan je vrienden of zij de pester eigenlijk wel leuk vinden, meestal is dat niet zo, maar durven ook zij niets te doen. Ga er dan met z’n allen tegen in en stop het pesten!

Veel hangt dus af van jou als omstaander.

2. Wat als je gepest wordt?

Praat erover met je klasjuf of meester!

Praat erover met de zorgjuf.

Durf je dit niet rechtstreeks?

– Schrijf een brief en post hem in de brievenbus in de zorgklas.

– Stuur een e-mail naar zorgcoATbernardusschool.be

Want praten werkt!

3. Wat moet ik doen als ik denk dat mijn kind gepest wordt?

3.1 Signalen van het kind:

– Je kind is bang/angstig.

– Je kind wil niet meer naar school.

– Je kind praat nog weinig met jou (zeker over school).

– Je kind begint onverwacht te huilen.

– Je kind heeft hoofdpijn en buikpijn.

– Je kind heeft veel stress.

– Je kind komt thuis met blauwe plekken.

3.2 Aanpak van de ouder

1) LUISTER!

Moedig je kind aan om te vertellen, laat het rustig uitpraten en kom zelf niet meteen aanzetten met verklaringen en oplossingen.

De kans is groot dat je kind niet alles in één keer onder woorden kan brengen. Probeer elke avond een half uurtje met elkaar te praten over de voorbije dag, bijvoorbeeld voor het slapengaan. Zo voelt je kind dat het zijn verhaal kwijt kan bij jou.

2) Beschuldig niemand!

Neem niet meteen rechtstreeks contact op met de ouders van de pester. Dit loopt vaak verkeerd af. De ouders voelen zich aangevallen en de kans is groot dat ze je niet geloven. Informeer eerst op school, bij klasgenootjes of bij hun ouders of zij iets gemerkt hebben van de pesterijen in de klas.

3) Stap naar de school

Vraag eerst hulp aan de klasleerkracht. Beschuldig de leerkracht niet van nalatigheid en vertel hem niet wat hij moet doen. Zeg dat je je zorgen maakt en vraag hulp.

4) Geef je kind zelfvertrouwen

Geef je kind complimentjes. Laat je kind aansluiten bij een sportclub of een jeugdbeweging, zo breid je de vriendenkring van je kind uit.

Zeg niet:

· Je moet je niet laten doen!

· Het valt allemaal wel mee. Elk kind wordt wel eens gepest.

· Negeer hen gewoon!

Zeg wel:

· Wat erg voor je. Wat denk je dat we eraan kunnen doen?

· Hoelang word je al gepest? Wat gebeurt er precies? Hoe vaak gebeurt het? Worden er nog andere kinderen gepest? Heb je nog vriendjes in de klas?

3.3 Aanpak van de school :

De school moet een veilige plek zijn voor alle leerlingen. Leerkrachten kunnen het probleem niet in hun eentje oplossen daar hebben we de hulp van uw kind voor nodig.

Wanneer uw kind gepest wordt, reiken we volgende mogelijkheden aan :

1) Spreek erover met de met de juf of meester van je klas
Je eigen leerkracht kent jou en de andere kinderen van de klas het beste. Hij / zij zal zeker naar jou luisteren.

2) De vertrouwenspersoon = juf Bernadette van de visjesklas
Dit is een leerkracht van wie alle kinderen weten dat ze bij hem of haar terecht kunnen met hun verhaal.

3) De groene brievenbus
Dit is een groene doos die zich in de visjesklas bevindt. Als kinderen iets vervelends meemaken, kunnen ze het opschrijven en in de doos stoppen.

4) Via email
Via email kan je kind ook een bericht achterlaten voor juf Bernadette van de visjesklas.

5) De ‘no blame’ aanpak
De leerkracht / zorgjuf praat met de klas over pesten, zonder iemand te viseren. De groep wordt verantwoordelijk gesteld: beseffen ze hoe het slachtoffer zich voelt? Wat kunnen ze doen om het slachtoffer een prettige dag te bezorgen? Het is dus zeker niet nodig om te zeggen dat het slachtoffer zijn beklag is komen doen of om de pester met de vinger te wijzen. Het belangrijkste is om de groep te sensibiliseren. Of pesten uit de hand loopt, heeft veel te maken met de reactie van de andere kinderen. De bedoeling van zo’n gesprek is dat zij tegen de pestkoppen in durven te gaan.

5) De time out
Als het voor een kind te moeilijk wordt, bestaat er een mogelijkheid om aan het kind een time out te geven. Dit gebeurt in samenspraak met de leerkracht, de zorgjuf en de directie. De zorgjuf communiceert de gemaakte afspraken met het kind, de ouders en het schoolteam.